Duits
Uitgebreide vertaling voor Nuß (Duits) in het Nederlands
Nuß:
-
die Nuß (Fruchtkern; Kern; Stein)
Vertaal Matrix voor Nuß:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
binnenste van een vrucht | Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein | |
pit | Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein | Docht; Dochte; Elan; Kern; Kerzendocht; Schwung |
Computer vertaling door derden: