Duits

Uitgebreide vertaling voor Notiz (Duits) in het Nederlands

Notiz:

Notiz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Notiz (Aufzeichnung)
    de notitie; de aantekening
  2. die Notiz (Vermerk; Aufzeichnung; Annotation; Eintragung)
    de notitie; de aantekening; de noot; opschrijving
  3. die Notiz (Aufzeichnung; Anmerkung; Vermerk)
    de aantekening; het briefje; het kattebelletje; het kladbriefje; het kladje; de krabbel; het schrijfsel
  4. die Notiz (attest; Anmerkung; Vermerk)
    het attest; het bewijs; het briefje
    • attest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Notiz (Aktienkurs; Kurs)
    het gedrag; de besturing; de houding; de leiding; de rijrichting; de plan
    • gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • besturing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rijrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • plan [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Notiz (Kritzelei; Anmerkung; Schmiererei; Eintragung; Aufzeichnung)
    het kladje; het kattebelletje; het schrijfsel; de krabbel; het krabbelbriefje; het kladbriefje
  7. die Notiz (Geschäftsnotiz)
    de notitie; zakelijke notitie
  8. die Notiz
    de notitie
    • notitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Notiz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantekening Anmerkung; Annotation; Aufzeichnung; Eintragung; Notiz; Vermerk Anmerkung
attest Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis
besturing Aktienkurs; Kurs; Notiz Angestellten; Bewirtschaftung; Kontrolle; Lenkung; Steuerung; Steuervorrichtung
bewijs Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest Beleg; Bescheinigung; Beweis; Beweisstück; Rechtsbeweis
briefje Anmerkung; Aufzeichnung; Notiz; Vermerk; attest Banknote; Geldschein
gedrag Aktienkurs; Kurs; Notiz Haltung; Verhalten; Verhaltensweise
houding Aktienkurs; Kurs; Notiz Einstellung; Haltung; Körperhaltung; Mentalität; Postur; Stellungnahme
kattebelletje Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
kladbriefje Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
kladje Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk Kladde; Schmierzettel; Zettel; Zettelchen; zerknitterte Zettelchen
krabbel Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei
krabbelbriefje Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei
leiding Aktienkurs; Kurs; Notiz Anführung; Betriebsführung; Direktion; Führung; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Leitung; Spitze; Vorausgehen; Vorgehen
noot Annotation; Aufzeichnung; Eintragung; Notiz; Vermerk
notitie Annotation; Aufzeichnung; Eintragung; Geschäftsnotiz; Notiz; Vermerk
opschrijving Annotation; Aufzeichnung; Eintragung; Notiz; Vermerk
plan Aktienkurs; Kurs; Notiz Abriß; Absicht; Ebene; Entschluß; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Planung; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
rijrichting Aktienkurs; Kurs; Notiz
schrijfsel Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
plan Plan
zakelijke notitie Geschäftsnotiz; Notiz

Synoniemen voor "Notiz":


Wiktionary: Notiz

Notiz
noun
  1. kurze Zeitungsmeldung
  2. Börsennotierung
  3. kurze, stichwortartige Auflistung
Notiz
noun
  1. het aantekenen van iets

Cross Translation:
FromToVia
Notiz aantekening note — memorandum

Verwante vertalingen van Notiz