Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Niveau:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Niveau (Duits) in het Nederlands

Niveau:

Niveau [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Niveau (Stufe; Plan; Ebene; )
    het niveau; de plan; de laag; het peil; de stand
    • niveau [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • laag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • peil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Niveau (Grad; Gradation; Stellung; Rang)
    het niveau; het peil; de graad
    • niveau [het ~] zelfstandig naamwoord
    • peil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. Niveau (Doktorentitel; Grad; Stellung; Gradation; Rang)
    de graad
    • graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Niveau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graad Doktorentitel; Grad; Gradation; Niveau; Rang; Stellung Grad; Gradation; Maß; Rang; Skala; Thermometergrad; Titel; Wissenschaftlicher Grad; Wärmegrad
laag Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Belag; Ebene; Schicht; Staffel; Staffelstellung
niveau Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Grad; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Rang; Skala; Stellung; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Dimensionsebene; Ebene; Ehre; Name; Ruf
peil Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Grad; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Rang; Skala; Stellung; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
plan Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Absicht; Aktienkurs; Entschluß; Kurs; Notiz; Plan; Planung; Projekt; Vorhaben; Vorsatz
stand Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Ausstellungsstand; Bude; Gesellschaftsschicht; Haltung; Klasse; Körperhaltung; Position; Postur; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand; Verkaufsbude
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laag alltäglich; banal; dürftig; einfach; falsch; fühllos; gehässig; gemein; gering; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; niedrig; nierderträchtig; platt; schamlos; schmählich; schofel; schuftig; schwach; schweinisch; schäbig; schändlich; tief; trivial; tückisch; verrucht; verächtlich; von niedrigem Niveau; winzig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
plan Plan

Synoniemen voor "Niveau":


Wiktionary: Niveau


Cross Translation:
FromToVia
Niveau vlak level — same height at all places
Niveau hoogte; niveau level — distance relative to a given reference elevation
Niveau trede; graad notch — level or degree

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Niveau