Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Neurotiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Neurotiker (Duits) in het Nederlands

Neurotiker:

Neurotiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Neurotiker (Nervenkranke; Schussel)
    de zenuwlijder; de neuroot
  2. der Neurotiker (Nervenkranke; Schussel)
    zenuwlijdster; neurote
  3. der Neurotiker (Nervenbündel; Nervenkranke; Schussel)
    de zenuwlijder; de neuroot; de zenuwpees

Vertaal Matrix voor Neurotiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neuroot Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
neurote Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
zenuwlijder Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Nervenpatient; Prahler; Rabatzmacher; Rabauke; Schwätzer; Sprücheklopfer; Wichtigtuer
zenuwlijdster Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
zenuwpees Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel

Wiktionary: Neurotiker


Cross Translation:
FromToVia
Neurotiker neuroot neurotic — person who has a neurosis