Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Nervosität:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nervosität (Duits) in het Nederlands

Nervosität:

Nervosität [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nervosität (Gereiztheit)
    de nervositeit; de zenuwachtigheid
  2. die Nervosität (Ruhelosigkeit; Streß; Unruhe; Hektik)
    de gejaagdheid

Vertaal Matrix voor Nervosität:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gejaagdheid Hektik; Nervosität; Ruhelosigkeit; Streß; Unruhe
nervositeit Gereiztheit; Nervosität
zenuwachtigheid Gereiztheit; Nervosität Nervösheit

Synoniemen voor "Nervosität":