Naivität in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Naivität:
- onnozelheid; naïviteit; simpelheid; kinderlijkheid; naïveteit; kindsheid; eenvoud; natuurlijkheid; ongekunsteldheid; onschuld; argeloosheid; onbedorvenheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Naivität (Duits) in het Nederlands

Naivität:

Naivität [die ~] zelfstandig naamwoord

die Naivität (Einfalt; Einfachheit; Schlichtheit; Unschuld; Albernheit; Einfältigkeit; Kindlichkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit)
de onnozelheid; de naïviteit; de simpelheid; de kinderlijkheid; de naïveteit
- onnozelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- naïviteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- simpelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kinderlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Naivität (Altersschwäche; Kindheit)
de kindsheid
- kindsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Naivität (Natürlichkeit; Einfalt; Einfältigkeit; Kindlichkeit; Gutgläubigkeit)
de eenvoud; de natuurlijkheid; de ongekunsteldheid
- eenvoud [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- natuurlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongekunsteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Naivität (Gutgläubigkeit; Unschuld; Einfalt; Einfachheit; Schlichtheit; Kindlichkeit; Unverdorbenheit)
de onschuld; de naïveteit; de argeloosheid; onbedorvenheid
- onschuld [de ~] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- argeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbedorvenheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Naivität:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argeloosheid	Einfachheit; Einfalt; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld; Unverdorbenheit
eenvoud	Einfalt; Einfältigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Natürlichkeit	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Einfachheit; Einfalt; Genügsamkeit; Schlichtheit
kinderlijkheid	Albernheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld
kindsheid	Altersschwäche; Kindheit; Naivität
natuurlijkheid	Einfalt; Einfältigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Natürlichkeit
naïveteit	Albernheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld; Unverdorbenheit	Gutgläubigkeit; Leichtgläubigkeit
naïviteit	Albernheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld	Gutgläubigkeit; Leichtgläubigkeit
onbedorvenheid	Einfachheit; Einfalt; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld; Unverdorbenheit
ongekunsteldheid	Einfalt; Einfältigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Natürlichkeit
onnozelheid	Albernheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld
onschuld	Einfachheit; Einfalt; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld; Unverdorbenheit
simpelheid	Albernheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit; Kindlichkeit; Naivität; Schlichtheit; Unschuld	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Einfachheit; Einfalt; Genügsamkeit; Schlichtheit

Synoniemen voor "Naivität":

Unerfahrenheit; Unkenntnis; Unwissenheit
Blauäugigkeit; Leichtgläubigkeit; Leichtsinnigkeit
Arglosigkeit; Gutgläubigkeit; Treuherzigkeit; Tumbheit

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Naivität van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Naivität (Duits) in het Nederlands

Naivität:

Naivität [die ~] zelfstandig naamwoord

die Naivität (Einfalt; Einfachheit; Schlichtheit; Unschuld; Albernheit; Einfältigkeit; Kindlichkeit; Geistlosigkeit; Gutgläubigkeit)

die Naivität (Altersschwäche; Kindheit)

die Naivität (Natürlichkeit; Einfalt; Einfältigkeit; Kindlichkeit; Gutgläubigkeit)

die Naivität (Gutgläubigkeit; Unschuld; Einfalt; Einfachheit; Schlichtheit; Kindlichkeit; Unverdorbenheit)

Vertaal Matrix voor Naivität:

Synoniemen voor "Naivität":