Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Matsch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Matsch (Duits) in het Nederlands

Matsch:

Matsch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Matsch (Schlamm; Schlick)
    de modder; het slib; de prut; de bagger; de slik; het slijk
    • modder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slib [het ~] zelfstandig naamwoord
    • prut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bagger [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slijk [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Matsch (Klecks; Schmutz; Schlamm; )
    de klodder; de kwak; de kledder; de lik
    • klodder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kledder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Matsch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagger Matsch; Schlamm; Schlick
kledder Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
klodder Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
kwak Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß
lik Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz Strafanstalt; Strafvollzugsanstalt
modder Matsch; Schlamm; Schlick
prut Matsch; Schlamm; Schlick Dreck; Kaffeesatz; Kot; Mist; Schmutz
slib Matsch; Schlamm; Schlick
slijk Matsch; Schlamm; Schlick
slik Matsch; Schlamm; Schlick
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lik Lecken

Synoniemen voor "Matsch":

  • Baaz; Gatsch; Schlamm; Schmand; Schmant

Wiktionary: Matsch

Matsch
noun
  1. (umgangssprachlich) nasse Erde; dickflüssiger, breiiger Schmutz

Cross Translation:
FromToVia
Matsch moeras mire — deep mud