Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Mast:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mast (Duits) in het Nederlands

Mast:

Mast [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mast (Pfahl; Stange; Staken)
    de paal; de mast
    • paal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Mast
    mesten
    • mesten werkwoord (mest, mestte, mestten, gemest)

Vertaal Matrix voor Mast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mast Mast; Pfahl; Staken; Stange
paal Mast; Pfahl; Staken; Stange
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mesten Mast fettfüttern; mästen

Synoniemen voor "Mast":


Wiktionary: Mast

Mast
noun
  1. wie [1] aber speziell auf Schiffen (Plural 2, das Kollektiv Schiff ist bereits bestimmt)
  2. senkrecht stehender pfeilerähnlicher Träger (allgemein)
Mast
noun
  1. lange, rechtop staande paal midden op het schip
  2. palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
  3. hoge antenne
  4. varkensvoer

Cross Translation:
FromToVia
Mast mast mast — support of a sail
Mast mast mâtpièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.

Computer vertaling door derden: