Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Manager:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Manager (Duits) in het Nederlands

Manager:

Manager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Manager (Geschäftsführer)
    de bedrijfsleider; de manager

Vertaal Matrix voor Manager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrijfsleider Geschäftsführer; Manager Verwalter
manager Geschäftsführer; Manager Anführer; Führer; Verwalter; Vorsitzender

Synoniemen voor "Manager":


Wiktionary: Manager


Cross Translation:
FromToVia
Manager directeur manager — person whose job is to manage something (for female equivalents, see manageress