Duits

Uitgebreide vertaling voor Mahnung (Duits) in het Nederlands

Mahnung:

Mahnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Mahnung (Ermahnung)
    de aanmaning; de herinnering; aansporing tot plicht
  2. die Mahnung (Ermahnung)
    het vermaan
    • vermaan [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Mahnung (Denkwürdigkeit; Erinnerung; Abberufung; Denkschrift)
    de herinnering; de heugenis
  4. die Mahnung (Verwarnung; Ermahnung; Zurechtweisung; Tadel)
    de waarschuwing; de vermaning
  5. die Mahnung
    maning
    • maning [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. die Mahnung (dringender Ermahnung; Ermahnung)
    de aanmaning; dringend verzoek
  7. die Mahnung (schriftlicheAufforderung)
    de dagvaarding; de daging
    • dagvaarding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • daging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mahnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaning Ermahnung; Mahnung; dringender Ermahnung Mahnschreiben
aansporing tot plicht Ermahnung; Mahnung
daging Mahnung; schriftlicheAufforderung
dagvaarding Mahnung; schriftlicheAufforderung Ladung
dringend verzoek Ermahnung; Mahnung; dringender Ermahnung
herinnering Abberufung; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Ermahnung; Mahnung Andenken; Denkschrift; Erinnerung; Erinnerungsvermögen; Errinerung; Gedächtnis; Memorandum; Souvenirs
heugenis Abberufung; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Mahnung
maning Mahnung
vermaan Ermahnung; Mahnung
vermaning Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung
waarschuwing Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung Benachrichtigung; Warnung

Synoniemen voor "Mahnung":


Wiktionary: Mahnung

Mahnung
noun
  1. bestimmte und eindeutige Aufforderung eines Gläubigers an einen Schuldner, eine ausstehende Forderung zu begleichen
  2. Erinnerung an etwas und gleichzeitig eine Aufforderung, etwas zu tun