Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Link:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Link (Duits) in het Nederlands

Link:

Link

  1. Link
    de link; de hyperlink
    • link [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hyperlink [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Link
    koppelen
    • koppelen werkwoord (koppel, koppelt, koppelde, koppelden, gekoppeld)

Vertaal Matrix voor Link:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hyperlink Link
koppelen Ankuppeln
link Link Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang; symbolische Verknüpfung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen Link Verknüpfen; andocken; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; einlegen; fügen; ketten; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknüpfen; verkuppeln; zuordnen; zusammenfügen; zusammenlegen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
link abgefeimt; ausgekocht; berechnend; durchtrieben; falsch; gerissen; gewandt; gewichst; hinterhältig; hinterlistig; link; listig; raffiniert; schlau; spitzfindig; verschlagen; verschmitzt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen Kopplung; Verlinkung

Synoniemen voor "Link":


Wiktionary: Link

Link
noun
  1. een verwijzing

Cross Translation:
FromToVia
Link verwijzing; koppeling; link link — computing: hyperlink
Link link lien — Langage informatique