Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Liefern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Liefern (Duits) in het Nederlands

Liefern:

Liefern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Liefern (Ablieferung; Lieferung)
    de aflevering; de uitlevering; de overdracht; afstaan

Vertaal Matrix voor Liefern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflevering Ablieferung; Liefern; Lieferung Abgeben; Ablieferen; Ablieferung; Ausgabe; Auslieferung; Beförderung; Einschickung; Fassung; Folge; Lieferung; Sendung; Versand; Versandung; Versendung; Version
afstaan Ablieferung; Liefern; Lieferung
overdracht Ablieferung; Liefern; Lieferung Abtretung; Transport; Weitergabe; Übereignung; Übergabe; Übertrag; Übertragung
uitlevering Ablieferung; Liefern; Lieferung Ablieferung; Auslieferung; Beförderung; Einschickung; Lieferung; Sendung; Versand; Versandung; Versendung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstaan abgeben; abstehen; abtreten; übergeben; überlassen

Verwante vertalingen van Liefern