Duits
Uitgebreide vertaling voor Laxheit (Duits) in het Nederlands
Laxheit:
-
die Laxheit (Laschheit; Trägheit; Lauheit)
-
die Laxheit (Langsamkeit; Faulheit; Trägheit; Faulenzer; Schlappheit; Plumpheit; Lethargie; Laschheit; Grobheit; Mattigkeit; Schwerfälligkeit; Lauheit; Klobigkeit; Flegelhaftigkeit; Schlafsüchte; Schlafsucht)
de inertie; de traagheid; de indolentie; de sloomheid; de logheid; de luiheid; langzaamheid; de lamlendigheid; de slapte
Vertaal Matrix voor Laxheit:
Computer vertaling door derden: