Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Lauern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lauern (Duits) in het Nederlands

Lauern:

Lauern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Lauern (Luchsen)
    het loeren
    • loeren [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Lauern (Belauern)
    geloer
    • geloer [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lauern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geloer Belauern; Lauern
loeren Lauern; Luchsen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loeren genau hinsehen; lauern