Lärmmacher in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Lärmmacher:
- druktemaker; levenmaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; belhamel; raddraaister; raddraaier; rouwdouwer; ruw iemand

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lärmmacher (Duits) in het Nederlands

der Lärmmacher (Wichtigtuer)
de druktemaker; de levenmaker
- druktemaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- levenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Lärmmacher (Aufschneider)
de herrieschopper; kabaalmaker; de lawaaimaker
- herrieschopper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kabaalmaker [znw.] zelfstandig naamwoord
- lawaaimaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Lärmmacher (Anstifter; Rädelsführer; Krachmacher; Anführer; Rüpel; Anführerin)
de belhamel; raddraaister; de raddraaier
- belhamel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- raddraaister [znw.] zelfstandig naamwoord
- raddraaier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Lärmmacher (Rüpel; Krachmacher)
de rouwdouwer; ruw iemand
- rouwdouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ruw iemand [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belhamel	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
druktemaker	Lärmmacher; Wichtigtuer	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Rabatzmacher; Rabauke; Schwätzer; Sprücheklopfer; Wichtigtuer
herrieschopper	Aufschneider; Lärmmacher	Aufhetzer; Aufhetzerin; Aufständische; Aufständischer; Aufwiegler; Krachmacher; Meuterer; Querulant; Rabatzmacher; Rabauke; Rebell; Sprücheklopfer; Streithahn; Störenfried; Wichtigtuer
kabaalmaker	Aufschneider; Lärmmacher
lawaaimaker	Aufschneider; Lärmmacher
levenmaker	Lärmmacher; Wichtigtuer
raddraaier	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
raddraaister	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
rouwdouwer	Krachmacher; Lärmmacher; Rüpel	Kraftpatzer
ruw iemand	Krachmacher; Lärmmacher; Rüpel