Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kursus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kursus (Duits) in het Nederlands

Kursus:

Kursus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kursus (Kurs; Studium; Lehrgang)
    de studie; de cursus; de leergang; kursus
    • studie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cursus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leergang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kursus [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kursus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cursus Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Kurs; Lehre; Unterricht
kursus Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium
leergang Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium
studie Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Studie; Übungsstück

Synoniemen voor "Kursus":