Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Krieg

Vertaal Krieg van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Krieg:
- strijd; oorlog; veldslag; slag
Wiktionary:
- Krieg → oorlog
- Krieg → oorlog, krijg, oorlogvoeren, strijden

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krieg (Duits) in het Nederlands

Krieg:

Krieg [der ~] zelfstandig naamwoord

der Krieg (Schlacht; Kampf)
de strijd; de oorlog
- strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- oorlog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Krieg (Schlacht; Kampf)
de strijd; de veldslag; de slag
- strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- veldslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- slag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Krieg
de oorlog
- oorlog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krieg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oorlog	Kampf; Krieg; Schlacht
slag	Kampf; Krieg; Schlacht	Art; Enttäuschung; Ernüchterung; Faustschlag; Feldschlacht; Gattung; Gesellschaftsschicht; Handschlag; Hieb; Klaps; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Rückschlag; Schicht; Schlacht; Schlag; Sorte; Stand; Typ
strijd	Kampf; Krieg; Schlacht	Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Partie; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit; Zank
veldslag	Kampf; Krieg; Schlacht	Feldschlacht; Schlacht

Synoniemen voor "Krieg":

bewaffnete Auseinandersetzung; bewaffneter Konflikt; Feldzug; Kampfhandlungen; militärische Auseinandersetzung; Orlog; Auseinandersetzung; Fehde; Konflikt; Kontroverse; Streit

Wiktionary: Krieg

Krieg

noun

bewaffneter Konflikt zwischen mindestens zwei Parteien wie Staaten, ethnischen oder sozialen Gruppen
- Krieg → oorlog

Krieg

noun

een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen
- oorlog → Krieg

Cross Translation:

From	To	Via
• Krieg	→ oorlog; krijg	↔ war — conflict involving organized use of arms
• Krieg	→ krijg; oorlog	↔ guerre — politique\|fr conflit entre deux nations, qui se vide par la voie des armes ; action d’un peuple qui en attaquer un autre, ou qui résister à une agression, à une invasion.
• Krieg	→ oorlogvoeren; strijden	↔ guerroyer — passer son temps à faire des opérations de guerre plus nombreux que méthodiques et sans grande envergure.

Verwante vertalingen van Krieg

im Krieg umkommen