Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Krachen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krachen (Duits) in het Nederlands

Krachen:

Krachen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Krachen (Knarren)
    het kraken
    • kraken [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krachen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kraken Knarren; Krachen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kraken Häuser aufbrechen; abbrechen; anprangern; aufbrechen; aufbringen; auflösen; aufreißen; aufsperren; aufstoßen; aufteilen; auseinandernehmen; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; dekodieren; ein krackendes Gelaut machen; entehen; entfesseln; entschlüsseln; entziffern; heruntermachen; kritisieren

Wiktionary: Krachen


Cross Translation:
FromToVia
Krachen gekraak crack — sharp sound made when solid material breaks
Krachen knal crash — loud sound