Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Komma:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Komma (Duits) in het Nederlands

Komma:

Komma [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Komma
    de komma
    • komma [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. Komma (Beistrich)
    de decimaalteken

Vertaal Matrix voor Komma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decimaalteken Beistrich; Komma
komma Komma
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
komma Komma

Synoniemen voor "Komma":


Wiktionary: Komma

Komma
noun
  1. een leesteken dat een pauze aangeeft

Cross Translation:
FromToVia
Komma komma comma — Punctuation mark ','
Komma komma point — arithmetic: decimal point (note: many languages use a comma (',') rather than a dot as a decimal point, and hence the translations into these languages reflect this.)
Komma komma virgule — Signe de ponctuation indiquant une pause