Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Knoblauch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knoblauch (Duits) in het Nederlands

Knoblauch:

Knoblauch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knoblauch
    de knoflook
    • knoflook [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knoblauch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knoflook Knoblauch Lauch

Synoniemen voor "Knoblauch":

  • Chnöbli; Knofel; Knofi

Wiktionary: Knoblauch

Knoblauch
noun
  1. Botanik: Gewürz- und Heilpflanze aus der Familie der Zwiebelgewächse (=Allium sativum) mit einer aus mehreren länglichen Zwiebeln bestehenden Wurzelknolle, die intensiv riecht

Cross Translation:
FromToVia
Knoblauch knoflook garlic — plant
Knoblauch look; knoflook ail — Espèce d'oignon