Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Kniff

Vertaal Kniff van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kniff:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kniff (Duits) in het Nederlands

Kniff:

Kniff [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kniff (Trick; Kunstgriff)
    het kunstje; het foefje; de truc; de kneep; het kneepje; het maniertje
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • foefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kneepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • maniertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Kniff (Geschicklichkeit; Kunst; Künste; )
    de kunst; de handigheid; de truc; de toer; de kneep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Kniff (Kunstgriff; Behendigkeit; Ausflug; Trick)
    de kunst; de behendigheid; de truc; de handigheid; het kunstje; de kunstgreep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • behendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Kniff (Handgriff; Griff; Henkel; )
    het handvat; de greep; de handel; de hendel; de handgreep
    • handvat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • greep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hendel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. der Kniff (Beule; Eindruck; Delle; )
    de bluts; de deuk; de instulping
    • bluts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • deuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • instulping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. der Kniff (List; Trick; Spitzfindigkeit; )
    de list; sluwe streek; de slimheid
  7. der Kniff (Manöver; Trick; Kunstgriff)
    de manoeuvre; de list; de kunstgreep
    • manoeuvre [de ~] zelfstandig naamwoord
    • list [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. der Kniff (Trick; Kunststück; Kunstgriff)
    foef
    • foef [znw.] zelfstandig naamwoord
  9. der Kniff (Trick)
    de truc; de trucage
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trucage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kniff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behendigheid Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Trick
bluts Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung Beule; ein blauer Stelle
deuk Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung
foef Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Trick
foefje Kniff; Kunstgriff; Trick
greep Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick Festnehmen; Festpacken; Griff; Handgriff; Henkel; Kolben
handel Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick Geschäft; Geschäfte; Geschäftsverkehr; Güterhandel; Handel; Handelsbetrieb; Handelsverkehr; Handelsware; Handeltreiben; Kaufhandel; Kaufware; Kommerzie; Laden
handgreep Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick
handigheid Ausflug; Behendigkeit; Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Kunstgriff; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Gewandtheit
handvat Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick
hendel Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Klinke; Krücke
instulping Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung
kneep Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Kunstgriff; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Kneifen
kneepje Kniff; Kunstgriff; Trick
kunst Ausflug; Behendigkeit; Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Kunstgriff; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen
kunstgreep Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick
kunstje Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Trick
list Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; Kunstgriff; List; Manöver; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit
maniertje Kniff; Kunstgriff; Trick
manoeuvre Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick Manöver; Scheingefecht; Scheinkampf
slimheid Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit Gerissenheit; Gewieftheit; Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Verständnis
sluwe streek Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit
toer Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Ausfahrt; Ausflug; Bahn; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Lehrausflug; Leistung; Marsch; Passage; Reise; Ritt; Route; Runde; Rundfahrt; Rundgang; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; lästige Arbeit; seine Runde machen; Überfahrt
truc Ausflug; Behendigkeit; Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Kunstgriff; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen
trucage Kniff; Trick
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
greep Ziehpunkt

Synoniemen voor "Kniff":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0596 seconde
Page rendered in 1.0 seconds