Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Kleinlichkeit

Vertaal Kleinlichkeit van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Kleinlichkeit:
- eenzijdigheid; beperktheid; kleingeestigheid; bekrompenheid; kleinzieligheid; geborneerdheid; engdenkendheid; engheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kleinlichkeit (Duits) in het Nederlands

Kleinlichkeit:

Kleinlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Kleinlichkeit (Beschränktheit; Voreingenommenheit; Kleinmütigkeit)
de eenzijdigheid; de beperktheid
- eenzijdigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beperktheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Kleinlichkeit (Borniertheit; Engstirnigkeit; Beschränktheit; Spießbürgerlichkeit; Kleinmütigkeit)
de kleingeestigheid; de bekrompenheid; de kleinzieligheid; de geborneerdheid
- kleingeestigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekrompenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleinzieligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geborneerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Kleinlichkeit (Kleinbürgerlichkeit; Engstirnigkeit; Spießigkeit; Spießbürgerlichkeit; Kleinkariertheit)
engdenkendheid; de engheid
- engdenkendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- engheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kleinlichkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekrompenheid	Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Spießbürgerlichkeit
beperktheid	Beschränktheit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Voreingenommenheit
eenzijdigheid	Beschränktheit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Voreingenommenheit
engdenkendheid	Engstirnigkeit; Kleinbürgerlichkeit; Kleinkariertheit; Kleinlichkeit; Spießbürgerlichkeit; Spießigkeit
engheid	Engstirnigkeit; Kleinbürgerlichkeit; Kleinkariertheit; Kleinlichkeit; Spießbürgerlichkeit; Spießigkeit
geborneerdheid	Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Spießbürgerlichkeit
kleingeestigheid	Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Spießbürgerlichkeit
kleinzieligheid	Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Spießbürgerlichkeit