Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kissen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kissen (Duits) in het Nederlands

Kissen:

Kissen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kissen (Kopfkissen)
    de peluw; het kussen; het hoofdkussen
    • peluw [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kussen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdkussen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Kissen (Kopfkissen)
    het kussentje

Vertaal Matrix voor Kissen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofdkussen Kissen; Kopfkissen
kussen Kissen; Kopfkissen
kussentje Kissen; Kopfkissen
peluw Kissen; Kopfkissen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kussen küssen

Synoniemen voor "Kissen":

  • Polster; Textilien; Textilware

Wiktionary: Kissen

Kissen
noun
  1. mit weichem Füllmaterial befüllter Beutel zur Unterpolsterung und Stützung von Körperteilen
Kissen
noun
  1. een met zacht materiaal gevulde zak, dienende om het (slaap)comfort van de gebruiker te verbeteren

Cross Translation:
FromToVia
Kissen kussen cushion — soft material in cloth bag
Kissen kussen pillow — soft cushion used to support the head in bed
Kissen kussen coussinenveloppe composée de tissu, de cuir, rembourrée servant d’appui, d’ornement ou de siège.
Kissen kussen; hoofdkussen; oorkussen oreiller — Coussin qui sert à soutenir la tête quand on est couché