Keuschheit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Keuschheit:
- kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; netheid; ordelijkheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; smetteloosheid; properheid; keurigheid
Wiktionary:
- Keuschheit → kuisheid
- Keuschheit → onthouding, kuisheid, zedigheid, deugdzaamheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Keuschheit (Duits) in het Nederlands

Keuschheit:

Keuschheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Keuschheit (Unbeflecktheit)
de kuisheid; de reinheid; onschuldigheid; de zedigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid
- kuisheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- reinheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onschuldigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- zedigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbevlektheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- onbezoedeldheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Keuschheit (Tadelosigkeit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Anstand; Höflichkeit; Reinheit; Sittlichkeit; Ehrlichkeit; Unschuld; Anständigkeit; Makellosigkeit; Sittsamkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit)
de netheid; de ordelijkheid; de onberispelijkheid; de opgeruimdheid; smetteloosheid; de properheid; de keurigheid
- netheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onberispelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opgeruimdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smetteloosheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- properheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keurigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Keuschheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
keurigheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Ordentlichkeit; Reinheit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Unschuld
kuisheid	Keuschheit; Unbeflecktheit
netheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit; Geplegtheit; Höflichkeit; Ordentlichkeit; Reinheit; Reinlichheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Unschuld
onberispelijkheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Ordentlichkeit; Reinheit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Unschuld
onbevlektheid	Keuschheit; Unbeflecktheit
onbezoedeldheid	Keuschheit; Unbeflecktheit
onschuldigheid	Keuschheit; Unbeflecktheit
opgeruimdheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld
ordelijkheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Ordentlichkeit; Reinheit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Unschuld
properheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld	Geplegtheit; Reinlichheit; Sauberkeit
reinheid	Keuschheit; Unbeflecktheit	Fleckenlosigkeit; Makellosigkeit; Sauberkeit
smetteloosheid	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ehrlichkeit; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Keuschheit; Makellosigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Tadelosigkeit; Unschuld
zedigheid	Keuschheit; Unbeflecktheit	Zurückgezogenheit

Synoniemen voor "Keuschheit":

sexuelle Enthaltsamkeit

Wiktionary: Keuschheit

Keuschheit

noun

bewusster Verzicht auf sexuelle Aktivität aus moralischen oder religiösen Gründen
- Keuschheit → kuisheid

Cross Translation:

From	To	Via
• Keuschheit	→ onthouding	↔ abstinence — specifically, abstinence from sexual intercourse
• Keuschheit	→ kuisheid; zedigheid	↔ chastity — abstaining from sexual intercourse outside of marriage
• Keuschheit	→ deugdzaamheid; kuisheid	↔ virtue — chastity and faithfulness

Remove Ads

Vertaal Keuschheit van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Keuschheit (Duits) in het Nederlands

Keuschheit:

Keuschheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Keuschheit (Unbeflecktheit)

die Keuschheit (Tadelosigkeit; Sauberkeit; Schicklichkeit; Anstand; Höflichkeit; Reinheit; Sittlichkeit; Ehrlichkeit; Unschuld; Anständigkeit; Makellosigkeit; Sittsamkeit; Artigkeit; Fleckenlosigkeit)

Vertaal Matrix voor Keuschheit:

Synoniemen voor "Keuschheit":

Wiktionary: Keuschheit