Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kegel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kegel (Duits) in het Nederlands

Kegel:

Kegel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kegel
    de kegel; pilon
    • kegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pilon [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. der Kegel (Zapfen)
    de conus
    • conus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conus Kegel; Zapfen
kegel Kegel Alkoholfahne; Fahne
pilon Kegel

Synoniemen voor "Kegel":

  • Kegelkörper; Konus

Wiktionary: Kegel

Kegel
noun
  1. Geometrie: Körper mit Kreisscheibe als Basis, in einer Spitze auslaufend
  2. Sport: beim Kegeln (Kegelspiel) benutzter, flaschenähnlich geformter Gegenstand
Kegel
noun
  1. een meetkundig lichaam met een cirkel als grondvlak en uitlopend in een punt