Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Kaufhaus:
-
Wiktionary:
- Kaufhaus → jaarbeurs, kermis, markt, bazaar, marktplaats, marktplein, afzetgebied
Duits
Uitgebreide vertaling voor Kaufhaus (Duits) in het Nederlands
Kaufhaus:
-
Kaufhaus (Lager; Warenhaus; Depot; Warenlager; Großhandelsgebäude; Magazin; Lagerraum; Geschäft; Deponie; Vorratslager; Speicher; Geschäfte; Sammelplatz; Niederlage; Lagerhaus; Lagerplatz)
het warenhuis; de depot; het pakhuis; de opslagruimte; de voorraadschuur; de opslagplaats; de bergplaats -
Kaufhaus
Vertaal Matrix voor Kaufhaus:
Synoniemen voor "Kaufhaus":
Wiktionary: Kaufhaus
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Kaufhaus | → jaarbeurs; kermis; markt; bazaar; marktplaats | ↔ foire — assemblée considérable et publique qui se tient en temps et lieu désignés d’avance, où tous les marchands peuvent étaler et vendre des objets de leur commerce. |
• Kaufhaus | → markt; bazaar; marktplaats; marktplein; afzetgebied | ↔ marché — Lieu de ce groupement |