Karte in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Karte:
- kaart; landkaart; ticket; toegangsbewijs; plaatsbewijs; entreebiljet; kaartje; speelkaart; menu; menukaart; spijskaart; plattegrond; toewijzing; keuze-item
Wiktionary:
- Karte → kaart
- Karte → kaart, speelkaart, kaartje, ticket, menu, spijskaart, keuzelijst, landkaart, ontwerp, opzet, plan, plattegrond, bon, coupon, voucher, biljet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Karte (Duits) in het Nederlands

die Karte (Landkarte; Plan)
de kaart
– rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan ¹
- kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
  - kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?¹
de landkaart
- landkaart [de ~] zelfstandig naamwoord
die Karte (Eintrittskarte; Platzkarte)
het ticket; het toegangsbewijs; het plaatsbewijs; het entreebiljet; het kaartje
- ticket [het ~] zelfstandig naamwoord
- toegangsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- plaatsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- entreebiljet [het ~] zelfstandig naamwoord
- kaartje [het ~] zelfstandig naamwoord
de kaart
– rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang ¹
- kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik heb kaartjes voor de bioscoop¹
die Karte (Spielkarte; Landkarte)
de kaart; de speelkaart
- kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- speelkaart [de ~] zelfstandig naamwoord
die Karte (Speisekarte; Menü; Tageskarte)
de menu; de menukaart; de spijskaart
- menu [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- menukaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- spijskaart [de ~] zelfstandig naamwoord
die Karte
de plattegrond
- plattegrond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Karte
de kaart
- kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
die Karte (Struktur; Zuordnung)
de toewijzing
- toewijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Karte (Infokarte)
keuze-item
- keuze-item

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entreebiljet	Eintrittskarte; Karte; Platzkarte
kaart	Eintrittskarte; Karte; Landkarte; Plan; Platzkarte; Spielkarte
kaartje	Eintrittskarte; Karte; Platzkarte
landkaart	Karte; Landkarte; Plan
menu	Karte; Menü; Speisekarte; Tageskarte
menukaart	Karte; Menü; Speisekarte; Tageskarte
plaatsbewijs	Eintrittskarte; Karte; Platzkarte	Beförderungsausweis
plattegrond	Karte	Abriß; Aufriß; Auszug; Extrakt; Grundriss; Grundriß; Lageplan; Lageskizze; Skizze; Strassenkarte; Umrißzeichnung; Wegbeschreibung
speelkaart	Karte; Landkarte; Spielkarte
spijskaart	Karte; Menü; Speisekarte; Tageskarte	Speiseschrank
ticket	Eintrittskarte; Karte; Platzkarte
toegangsbewijs	Eintrittskarte; Karte; Platzkarte
toewijzing	Karte; Struktur; Zuordnung	Arbeitsauftrag; Belegung; Speicherbelegung; Zuordnung; Zuteilung; Zuweisung
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
keuze-item	Infokarte; Karte
menu		Menü

Karte

noun

een schematische afbeelding van een ruimtelijk gebied op een plat vlak in een verkleinde schaal
- kaart → Karte
een bedrukt kartonnen vel dat met de post verstuurd kan worden
- kaart → Karte
een kartonnen of plastic vel uit een kaartspel, om mee te spelen
- kaart → Karte

Cross Translation:

From	To	Via
• Karte	→ kaart	↔ card — flat, normally rectangular piece of stiff paper, plastic etc.
• Karte	→ speelkaart	↔ playing card — one of usually 52 rectangular pieces of card
• Karte	→ kaartje; ticket	↔ ticket — admission to entertainment
• Karte	→ menu; spijskaart; keuzelijst; kaart; landkaart	↔ carte — vieux\|fr carton léger mais résistant.
• Karte	→ ontwerp; opzet; plan; plattegrond; kaart; landkaart	↔ plan — À classer
• Karte	→ bon; coupon; kaartje; voucher; biljet; ticket	↔ ticket — billet donnant droit à un accès