Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kalk:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kalk (Duits) in het Nederlands

Kalk:

Kalk [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kalk
    de kalk
    • kalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Kalk (Stuck; Putz; Gips)
    het stuc; de pleister
    • stuc [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pleister [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalk Kalk
pleister Gips; Kalk; Putz; Stuck Heftpflaster; Kleifplaster; Plaster
stuc Gips; Kalk; Putz; Stuck

Wiktionary: Kalk


Cross Translation:
FromToVia
Kalk kalk chaux — chimie|fr (vieilli) ou (familier, fr) ancienne dénomination de calcium, dans des dénominations de corps chimiques.