Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kabine:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kabine (Duits) in het Nederlands

Kabine:

Kabine [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kabine (Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser)
    de cockpit; de stuurcabine; de cabine
    • cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stuurcabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Kabine (Zimmerchen)
    de cabine; het kamertje
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kamertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Kabine (Umkleidekabine)
    de kleedcabine; de cabine
    • kleedcabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. die Kabine (Gondel)
    de gondel
    • gondel [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Kabine (Kajüte; Hütte)
    de hut; de cabine; de kajuit
    • hut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kajuit [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kabine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabine Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser; Hütte; Kabine; Kajüte; Umkleidekabine; Zimmerchen Sprechkabine; Sprechzelle; Telefonzelle
cockpit Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser; Kabine Cockpit
gondel Gondel; Kabine
hut Hütte; Kabine; Kajüte Baracke; Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune; Schäferhütte
kajuit Hütte; Kabine; Kajüte
kamertje Kabine; Zimmerchen
kleedcabine Kabine; Umkleidekabine
stuurcabine Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser; Kabine

Synoniemen voor "Kabine":


Wiktionary: Kabine


Cross Translation:
FromToVia
Kabine kleedhokje changing room — room in shop
Kabine cabine stall — a very small room used for a shower
Kabine cabine; cockpit; hut; kajuit cabine — marine|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.