Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Köcher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Köcher (Duits) in het Nederlands

Köcher:

Köcher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Köcher (Gehäuse; Hülse; Büchse; Etui; Behälter)
    het foedraal; de koker; het etui; het kokervormig doosje
  2. der Köcher (Etui; Mäppchen)
    het etui; het pennendoosje; de koker; de pennenkoker
    • etui [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pennendoosje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • koker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pennenkoker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Köcher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etui Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher; Mäppchen Federhalter
foedraal Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher
koker Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher; Mäppchen Kocher; Wasserkocher
kokervormig doosje Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher
pennendoosje Etui; Köcher; Mäppchen
pennenkoker Etui; Köcher; Mäppchen

Wiktionary: Köcher

Köcher
noun
  1. een smal cilindervormig hol voorwerp

Cross Translation:
FromToVia
Köcher koker; pijlkoker quiver — arrow container
Köcher koker; pijlkoker carquois — Étui à flèches