Intimität in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Intimität:
- gezelligheid; gemoedelijkheid; knusheid; vertrouwelijkheid; intimiteit; innigheid
Wiktionary:
- Intimität → intimiteit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Intimität (Duits) in het Nederlands

die Intimität (Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Behaglichkeit)
de gezelligheid; de gemoedelijkheid; de knusheid
- gezelligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemoedelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- knusheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Intimität (Vertraulichkeit; Innigkeit; Vertrautheit)
de vertrouwelijkheid; de intimiteit; de innigheid
- vertrouwelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- intimiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- innigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gemoedelijkheid	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
gezelligheid	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
innigheid	Innigkeit; Intimität; Vertraulichkeit; Vertrautheit	Innigkeit; Liebe; Sanftheit; Sanftmut; Zärtlichkeit
intimiteit	Innigkeit; Intimität; Vertraulichkeit; Vertrautheit
knusheid	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Intimität
vertrouwelijkheid	Innigkeit; Intimität; Vertraulichkeit; Vertrautheit	Vertraulichkeit; Vertraulichkeitsstufe

Cross Translation:

From	To	Via
• Intimität	→ intimiteit	↔ intimacy — feeling of closeness and openness towards someone else