Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Initiator (Duits) in het Nederlands

Initiator:

Initiator [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Initiator (Verursacher)
    de initiatiefnemer; de veroorzaker; de aanstichter
  2. der Initiator (Gründer; Stifter; Urheber; Anführer; Anstifter)
    de oprichter; de stichter; de aanstichter
  3. der Initiator (Gründer; Urheber; Stifter)
    de oprichter; de grondlegger; de stichter; de oprichtster; de stamvader; de grondvester
  4. der Initiator
    de initiator

Vertaal Matrix voor Initiator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstichter Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber; Verursacher Anführer; Anreger
grondlegger Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
grondvester Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
initiatiefnemer Initiator; Verursacher
initiator Initiator
oprichter Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
oprichtster Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
stamvader Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
stichter Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
veroorzaker Initiator; Verursacher

Synoniemen voor "Initiator":


Wiktionary: Initiator


Cross Translation:
FromToVia
Initiator initiator initiator — one who initiates