Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hitze:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hitze (Duits) in het Nederlands

Hitze:

Hitze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hitze (Wärme; Glut)
    de warmte; de gloed; de hitte
    • warmte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hitte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Hitze (Läufigkeit; Hitzigkeit)
    de bronst; loopsheid; krolsheid; tochtigheid

Vertaal Matrix voor Hitze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bronst Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit
gloed Glut; Hitze; Wärme Elan; Glut; Leidenschaft; Leuchteffekt; Leuchten; Passion; Schein; Schein nach außen; Schimmer; Schwung
hitte Glut; Hitze; Wärme
krolsheid Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit
loopsheid Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit
tochtigheid Hitze; Hitzigkeit; Läufigkeit
warmte Glut; Hitze; Wärme

Synoniemen voor "Hitze":


Wiktionary: Hitze

Hitze
noun
  1. overdreven warmte
  2. de hoeveelheid thermische energie.

Cross Translation:
FromToVia
Hitze hitte heat — condition or quality of being hot
Hitze krols; loops; tochtig; broeds heat — condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile
Hitze hondsdagen canicule — Période de grande chaleur.
Hitze warmte chaleur — Qualité de ce qui est chaud, sensation produite par un corps chaud
Hitze geilheid chaleur — Œstrus

Verwante vertalingen van Hitze