Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Helm:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Helm (Duits) in het Nederlands

Helm:

Helm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Helm (Kopfschutz)
    de helm; hoofdbescherming
  2. der Helm (Haube)
    de helmstok
    • helmstok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Helm (Helmdach; Kuppel; Gewölbe; )
    de koepel; de geschutkoepel

Vertaal Matrix voor Helm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschutkoepel Gewölbe; Haube; Helm; Helmdach; Helmdächer; Kuppel; Kuppelgewölbe; Pavillion
helm Helm; Kopfschutz
helmstok Haube; Helm
hoofdbescherming Helm; Kopfschutz
koepel Gewölbe; Haube; Helm; Helmdach; Helmdächer; Kuppel; Kuppelgewölbe; Pavillion Bedeckung; Decke; Gewölbe; Kappe; Kopfbedeckung; Kuppel; Kuppelgewölbe; Mütze; Plane; Uniformmütze; Überdachung

Synoniemen voor "Helm":


Wiktionary: Helm

Helm
noun
  1. vor allem vor mechanischen Einflüssen schützende Kopfbedeckung
Helm
noun
  1. beschermend hoofddeksel

Cross Translation:
FromToVia
Helm helm helmet — protective head covering
Helm helm casque — Armure défensive