Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Haut:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Haut (Duits) in het Nederlands

Haut:

Haut [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Haut (Fell; Pelz)
    de huid; het vel
    • huid [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Haut
    het hachje
    • hachje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Haut (Häutchen; Membran; Fell; Flosse; Häute)
    de membraan; het vlies; het velletje; het dun huidje; het vel
    • membraan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vlies [het ~] zelfstandig naamwoord
    • velletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dun huidje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Haut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dun huidje Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran
hachje Haut
huid Fell; Haut; Pelz
membraan Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran
vel Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran; Pelz Blatt; Blatt Papier; Schale
velletje Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran dünne Schicht; dünner Film
vlies Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran

Synoniemen voor "Haut":


Wiktionary: Haut

Haut
  1. größtes Sinnesorgan bei Menschen und Tieren, das gleichzeitig als Schutz des darunter liegenden Gewebes, Atmung, Wärmeregulierung und anderem dient
Haut
noun
  1. vel, de buitenste laag weefsel die het lichaam bedekt

Cross Translation:
FromToVia
Haut vel flesh — skin
Haut leer; vacht; vel; huid hide — skin of an animal
Haut huid; vel skin — outer covering of the body of a person or animal
Haut huid peau — anatomie|fr enveloppe d’un corps humain ou animal.

Verwante vertalingen van Haut