Duits
Uitgebreide vertaling voor Hausschuh (Duits) in het Nederlands
Hausschuh:
Vertaal Matrix voor Hausschuh:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
huisschoen | Hausschuh; Pantoffel; Schlapfen | |
muil | Hausschuh; Pantoffel; Schlapfen | Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze |
pantoffel | Hausschuh; Pantoffel; Schlapfen | |
slof | Hausschuh; Pantoffel; Schlapfen |
Synoniemen voor "Hausschuh":
Computer vertaling door derden: