Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hauptsache (Duits) in het Nederlands

Hauptsache:

Hauptsache [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hauptsache
    de hoofdzaak; belangrijkste; voornaamste
  2. die Hauptsache (Hauptpunkt)
    belangrijkste punt; het hoofdpunt

Vertaal Matrix voor Hauptsache:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belangrijkste Hauptsache
belangrijkste punt Hauptpunkt; Hauptsache
hoofdpunt Hauptpunkt; Hauptsache
hoofdzaak Hauptsache
voornaamste Hauptsache
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belangrijkste wichtigste
voornaamste hauptsächliche

Synoniemen voor "Hauptsache":

  • Eigentliche; Wesentliche; das A und O; der springende Punkt; Essenz; Grundgedanke; Hauptgehalt; Kernstück; Quiddität; Substanz; Wesen
  • Angelpunkt; des Pudels Kern; Dreh- und Angelpunkt; Drehpunkt; Hauptgegenstand; Herzstück; Kern; Kernpunkt; Schlüsselbereich; Zentrum