Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Hasch

Vertaal Hasch van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hasch:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hasch (Duits) in het Nederlands

Hasch:

Hasch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hasch (Kannabis; Stuff; Haschisch)
    kiev; haschisch; de hasj; de stuff; de hennep; de hasjiesj; de wiet
    • kiev [znw.] zelfstandig naamwoord
    • haschisch [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hasj [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stuff [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hasjiesj [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hasch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haschisch Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
hasj Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
hasjiesj Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
hennep Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff Gras; Hanf; Marihuana
kiev Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff
stuff Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff Gras; Marihuana
wiet Hasch; Haschisch; Kannabis; Stuff Gras; Marihuana

Synoniemen voor "Hasch":

  • Braunes; Dope; Haschisch; Piece; Shit; Cannabis; Ganja; Gras; Pot

Wiktionary: Hasch

Cross Translation:
FromToVia
• Hasch → hasj ↔ hash — clipped form of hashish
• Hasch → hasj; hasjiesj ↔ hashish — dried leaves of the Indian hemp plant







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0228 seconde
Page rendered in 1.0 seconds