Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Harnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Harnen (Duits) in het Nederlands

Harnen:

Harnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Harnen
    het plassen; zeiken
    • plassen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zeiken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Harnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen Harnen
zeiken Harnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen pinkeln; schiffen; urinieren
zeiken eitern; faseln; flennen; greinen; jammern; klagen; klonen; leinern; nörgeln; quaken; sichekligbenehmen; trödeln; vergraulen; wegekeln; wehklagen; wimmern; winseln; zaudern; zweifeln; zwicken; zügern