Harmonie in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Harmonie:
- muziekkorps; fanfare; kapel; blaaskapel; fanfarekorps; harmonie; evenwicht; balans; samenklank
Wiktionary:
- Harmonie → overeenstemming, eendracht, samenklank

Duits

Uitgebreide vertaling voor Harmonie (Duits) in het Nederlands

die Harmonie (Fanfare; Band; Blaskapelle; Spielmannszug)
het muziekkorps; de fanfare; de kapel; de blaaskapel; het fanfarekorps; de harmonie
- muziekkorps [het ~] zelfstandig naamwoord
- fanfare [de ~] zelfstandig naamwoord
- kapel [de ~] zelfstandig naamwoord
- blaaskapel [de ~] zelfstandig naamwoord
- fanfarekorps [het ~] zelfstandig naamwoord
- harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Harmonie (Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Zusammenklang)
het evenwicht; de balans; de harmonie
- evenwicht [het ~] zelfstandig naamwoord
- balans [de ~] zelfstandig naamwoord
- harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Harmonie (Zusammenklang; Einmütigkeit)
de samenklank; de harmonie
- samenklank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
balans	Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Zusammenklang	Bilanz; Jahresabschluß; Waage
blaaskapel	Band; Blaskapelle; Fanfare; Harmonie; Spielmannszug
evenwicht	Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Zusammenklang
fanfare	Band; Blaskapelle; Fanfare; Harmonie; Spielmannszug
fanfarekorps	Band; Blaskapelle; Fanfare; Harmonie; Spielmannszug
harmonie	Ausgeglichenheit; Balance; Band; Blaskapelle; Einmütigkeit; Fanfare; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Spielmannszug; Zusammenklang	Einhelligkeit; Einigkeit; Einmütigkeit; Einstimmigkeit; Eintracht; Einverständnis; Geschlossenheit; Gleichförmigkeit; Solidarität; Verträglichkeit; Übereinstimming
kapel	Band; Blaskapelle; Fanfare; Harmonie; Spielmannszug
muziekkorps	Band; Blaskapelle; Fanfare; Harmonie; Spielmannszug
samenklank	Einmütigkeit; Harmonie; Zusammenklang

Wohlklang; Zusammenklang
Einheit; Einigkeit; Einssein; Eintracht; Friede-Freude-Eierkuchen; Übereinstimmung
Einhelligkeit; Einklang; Einmütigkeit; Einstimmigkeit; Einvernehmen; Gleichgestimmtheit; Konformität; Konsens; Konsensus
Ausgeglichenheit; Ausgewogenheit

Cross Translation:

From	To	Via
• Harmonie	→ overeenstemming; eendracht; samenklank	↔ harmony — agreement or accord
• Harmonie	→ samenklank	↔ harmony — music: two or more notes played simultaneously to produce a chord