Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handfertigkeit (Duits) in het Nederlands

Handfertigkeit:

Handfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Handfertigkeit
    de bedrevenheid; de handvaardigheid; vaardigheid met de hand
  2. die Handfertigkeit (Fingerfertigkeit)
    de vingervlugheid

Vertaal Matrix voor Handfertigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrevenheid Handfertigkeit
handvaardigheid Handfertigkeit
vaardigheid met de hand Handfertigkeit
vingervlugheid Fingerfertigkeit; Handfertigkeit

Computer vertaling door derden: