Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Handeln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handeln (Duits) in het Nederlands

Handeln:

Handeln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Handeln (Agieren)
    ageren; handelen
    • ageren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • handelen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Handeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ageren Agieren; Handeln
handelen Agieren; Handeln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ageren agieren; handeln; tun
handelen Handel treiben; agieren; arbeiten; ausrichten; ausüben; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; funktionieren; handeln; leisten; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; vollziehen; vorgehen; vornehmen

Synoniemen voor "Handeln":


Verwante vertalingen van Handeln