Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Halunke:
-
Wiktionary:
- Halunke → sodemieter, spitsboef, smiecht, schurk, ploert, schavuit, ellendeling, boef
- Halunke → onverlaat, schurk
Duits
Uitgebreide vertaling voor Halunke (Duits) in het Nederlands
Halunke:
-
der Halunke (Dreckskerl; Schuft; Lump; Grobian; Schurke)
-
der Halunke (Schurke; Kriminelle; Gauner; Schlingel; Gangster; Schalk; Racker; Spitzbube; Nichtsnutz; Strolch; Lausbube; Frevler; Galgengesicht; Verbrecher; Schuft; Taugenichts; Übeltäter; Schelm; Flegel; Scheusal)
-
der Halunke (Widerling; Schmutzfink; Stinker; Schweinigel; geriebeneKerl; Hundsfötter; Gauner; Schalk; Schmierfink; Schlingel; Schelm; Flegel; Spitzbube; Iltis; Ekel; Strick; Ferkel; Lump; Taugenichts)
-
der Halunke (Flegel; Lümmel; Racker; Schlingel; Schuft; Rüpel; Schelm; Bengel; Strolch; Schurke; Frechdachs; Spitzbube; Grobian; Lausejunge)
-
der Halunke (Spitzbube; Gauner; Gangster; Schurke; Racker; Galgengesicht; Possenreißer)
Vertaal Matrix voor Halunke:
Synoniemen voor "Halunke":
Computer vertaling door derden: