Duits
Uitgebreide vertaling voor Halsstarrigkeit (Duits) in het Nederlands
Halsstarrigkeit:
-
die Halsstarrigkeit (Starrköpfigkeit; Hartnäckigkeit; Starrsinn; Dickköpfigkeit; Störrigkeit)
de koppigheid; de hardnekkigheid; de weerbarstigheid; de weerspannigheid; de halsstarrigheid; de stijfkoppigheid; stijfhoofdigheid; hardhoofdigheid -
die Halsstarrigkeit (Eigensinn; Eigensinnigkeit)