Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gockel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gockel (Duits) in het Nederlands

Gockel:

Gockel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gockel (Hahn)
    de haan; mannelijk hoen
  2. der Gockel (Macho; Hahn)
    de macho; het haantje
    • macho [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haantje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Gockel (Hänchen; Hahn)
    jong mannelijk hoen; het haantje

Vertaal Matrix voor Gockel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haan Gockel; Hahn Abzug; Abzug von eine Feuerwaffe; Drücker; Hahn
haantje Gockel; Hahn; Hänchen; Macho Angeber; Draufgämger; Hähnchen; Kampfhahn; Kampfhähnchen; Streithahn; Wagehals; Wagemut; Windmacherei; streitsüchtigePerson
jong mannelijk hoen Gockel; Hahn; Hänchen
macho Gockel; Hahn; Macho
mannelijk hoen Gockel; Hahn

Synoniemen voor "Gockel":