Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Glockengeläut:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glockengeläut (Duits) in het Nederlands

Glockengeläut:

Glockengeläut [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glockengeläut (Läuten der Glocken)
    het klokgelui; het gebeier; het gelui
    • klokgelui [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebeier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gelui [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Glockengeläut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebeier Glockengeläut; Läuten der Glocken
gelui Glockengeläut; Läuten der Glocken
klokgelui Glockengeläut; Läuten der Glocken

Computer vertaling door derden: