Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glasglocke (Duits) in het Nederlands

Glasglocke:

Glasglocke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Glasglocke (Glocke; Käseglocke)
    de deksel; de stolp; de dop; het boerenhuis; de kaasstolp; stolphuis; stulpkooi
    • deksel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stolp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boerenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kaasstolp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stolphuis [znw.] zelfstandig naamwoord
    • stulpkooi [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. die Glasglocke
    glazen stolp; glazen klok

Vertaal Matrix voor Glasglocke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boerenhuis Glasglocke; Glocke; Käseglocke Bauerngehöft; Bauernhaus
deksel Glasglocke; Glocke; Käseglocke Augenlid; Deckel
dop Glasglocke; Glocke; Käseglocke Deckel; Kappe; Verschlusskappe
glazen klok Glasglocke
glazen stolp Glasglocke
kaasstolp Glasglocke; Glocke; Käseglocke
stolp Glasglocke; Glocke; Käseglocke
stolphuis Glasglocke; Glocke; Käseglocke
stulpkooi Glasglocke; Glocke; Käseglocke