Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gewitter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewitter (Duits) in het Nederlands

Gewitter:

Gewitter [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gewitter (Donnerwetter; Donnern)
    het onweer; de donderbui
    • onweer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • donderbui [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gewitter (Sturm)
    de storm; zwaar weer
    • storm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwaar weer [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. Gewitter (Donnern)
    het onweren
    • onweren [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gewitter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donderbui Donnern; Donnerwetter; Gewitter
onweer Donnern; Donnerwetter; Gewitter
onweren Donnern; Gewitter
storm Gewitter; Sturm
zwaar weer Gewitter; Sturm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onweren blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern

Synoniemen voor "Gewitter":


Wiktionary: Gewitter

Gewitter
noun
  1. Wettererscheinung mit Blitz und Donner, die meist mit starkem Niederschlag einhergeht
Gewitter
noun
  1. meteorologisch verschijnsel waarbij regen gepaard gaat met donder en bliksem

Cross Translation:
FromToVia
Gewitter onweer thunderstorm — storm with thunder and lightning
Gewitter storm; onweer; stormwind; donderbui orageperturbation atmosphérique, ordinairement de peu de durée, qui se manifester par un vent impétueux, de la pluie ou de la grêle, des éclairs et du tonnerre.