Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geschütz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschütz (Duits) in het Nederlands

Geschütz:

Geschütz [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geschütz
    de kanonnen; het geschut
    • kanonnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geschut [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Geschütz (Kanone)
    het gewichtstuk; het stuk; het kanon
    • gewichtstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kanon [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. Geschütz (Gewehr; Flinte; Waffe)
    de geweer; de vuurmond
    • geweer [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuurmond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geschütz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschut Geschütz
geweer Flinte; Geschütz; Gewehr; Waffe Flinte; Knarre; Pistole; Spritze; Waffe; Wehr
gewichtstuk Geschütz; Kanone
kanon Geschütz; Kanone
kanonnen Geschütz
stuk Geschütz; Kanone Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Bühnenstück; Drama; Element; Glied; Prachtweib; Publikation; Schauspiel; Schönheit; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Veröffentlichung; flotte Biene; heißer Typ; schöner Mensch; toller Typ
vuurmond Flinte; Geschütz; Gewehr; Waffe
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk angeschlagen; außer Gebrauch; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; in Scherben; in Stücken; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen

Synoniemen voor "Geschütz":


Wiktionary: Geschütz


Cross Translation:
FromToVia
Geschütz kanon gun — (military) A cannon with relatively long barrel, operating with relatively low angle of fire, and having a high muzzle velocity
Geschütz kanon gun — (military) a cannon with tube length 30 calibers or more

Computer vertaling door derden: