Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geschäftsflaute:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschäftsflaute (Duits) in het Nederlands

Geschäftsflaute:

Geschäftsflaute [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geschäftsflaute (Tiefkonjunktur; Depression; Traurigkeit; Einstürze; Geschäftsstille)
    het lagedrukgebied; de depressie; drukminimum

Vertaal Matrix voor Geschäftsflaute:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
depressie Depression; Einstürze; Geschäftsflaute; Geschäftsstille; Tiefkonjunktur; Traurigkeit Depression; Gemütsleiden; Krise; Tief; Trübsinn; niedrige Konjunktur
drukminimum Depression; Einstürze; Geschäftsflaute; Geschäftsstille; Tiefkonjunktur; Traurigkeit
lagedrukgebied Depression; Einstürze; Geschäftsflaute; Geschäftsstille; Tiefkonjunktur; Traurigkeit